In Wie speelt met een brandend platform, brandt de eigen vingers heb ik een vurig pleidooi gehouden om te breken met beelden die angst inboezemen. Angst aanjagende beelden kunnen namelijk brandhout zijn. In Verandermetaforen schieten schromelijk tekort staan tal van voorbeelden die we gebruiken voor veranderen. Beeldspraak is het koeterwaals van het veranderen. We gebruiken de metafoor om het onbekende te vervangen door een bekender begrip of beeld. Vaak blijkt deze vervanging nergens op te slaan. Dan veroorzaken beelden onbegrip of schieten in het verkeerde keelgat. Deze column gaat weer een stap verder. Metaforen hebben altijd werking. De vraag is of dat medewerking of tegenwerking is?
Beeldspraak kan naast zicht op het onbekende ook nieuw inzicht geven in het bekende. Dan heeft het mogelijk wel een enorme beperking. Dat ontstaat als we gaan zoeken naar herkenning vanuit bestaande overtuigingen. Herkenning schakelt het kritische denken en het gezonde verstand uit. We staan dan niet langer stil bij de relevantie en gevolgen van het gekozen beeld. Neem als voorbeeld de recentelijk door de Orde van Organisatieadviseurs bekroonde ‘verwaarloosde organisatie’ van Joost Kampen. Een metafoor gebaseerd op het aloude hiërarchisch organiseren. In essentie gaat deze metafoor uit van een ouder-kind relatie: de verwaarlozende ouder en het verwaarloosde kind. De volwassen meerdere draagt de zorg voor de onvolwassen mindere. Een toonbeeld van paternalistisch denken met een averechtse werking.
Volgens de bedenker is de verwaarloosde organisatie niet begeleid en gestuurd in haar ontwikkeling. Alsof een organisatie een eigenstandige levensvorm is, terwijl zij alleen bestaat als (juridische) fictie. In de opvoeding is van alles verkeerd gelopen. Volgens deze opvatting zijn professionals dus kinderen die veel structuur en veiligheid nodig hebben van hun verzorger. Een mistroostig en onvolwaardig beeld. Het is een veelvuldig gebruikte typering die verder teruggaat dan de Griekse Goden op de berg van Olympus. Maar sinds wanneer zijn volwassen professionals kinderen? Wie van hen gaat zich hierin herkennen? Gaan ze zich er dan naar gedragen? Wat zegt dit dan over hoe we hedendaags organiseren?
De professional kan volgens de ouder-kind opvatting geen eigen verantwoordelijkheid dragen. Dat oplossen met meer sturing en begeleiding gaat averechts werken. Hoe meer sturing, des te minder eigen verantwoordelijkheid. Gevolg is meer infantiel gedrag en grotere afhankelijkheid. Zo is zelfs een hele publieke sector afhankelijk gemaakt van extern bijsturen en op de rails zetten. Menig strak sturende manager heeft als nalatenschap een hulpeloze groep mensen achtergelaten. Na de hielen gelicht te hebben ontspoort het binnen de kortste keren weer, zodat de volgende redder ingevlogen kan worden. Dan horen we weer dat het management het mag gaan oplossen. En het management maar roepen dat iedereen de eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Het valt allemaal niet met elkaar te rijmen.
Metaforen beschrijven en spreken tot de verbeelding, echter ze verklaren en voorspellen niet. Dat geldt ook voor de verwaarloosde organisatie. De verwaarlozing is geen uitleg maar een karakterisering. Daar ligt het gevaar op de loer als mensen in dit beeld gaan geloven. Het gaat dan een eigen leven leiden. Dus waardoor komt verwaarlozing? Het gegeven antwoord is de destructieve interactie tussen top, directe leiding en werkvloer. Dat klinkt heel logisch. Het verklaart niet waarom professionals zich laten ringeloren door leidinggevenden, noch waarom de meerdere zich als waardeloze ouder gedraagt. De verklaring van disfunctioneren ligt veel eerder in het uitgaan van de ouder-kind relatie en dat beiden zich ernaar gedragen met alle gevolgen van dien.
Hoe lossen we dit op? Niet door obsessief te blijven zoeken op hetzelfde niveau. Dat levert slechts meer van hetzelfde. De oplossing binnen het paradigma dat het probleem veroorzaakt laat ingesleten grondstellingen in stand. De oplossing moeten we zoeken in een hele andere constellatie. Bijvoorbeeld die van volwassen bloedverwanten of levenspartners. Gelijkwaardigen die zorgdragen voor het eigen gedrag. Hiervan zijn er voorbeelden te over, zoals open source netwerken, forums en hoe vrijwilligers werken. Ook op het slagveld is helemaal geen ouder-kind relatie. Daar is wederzijdse afhankelijkheid, sociale controle, discipline en tegenwoordigheid van geest.
Metaforen die ongelijkwaardigheid aanmoedigen zijn een verarming, geen verrijking. Ze bevorderen onvolwassen gedrag. Het promoten van een ouder-kind relatie maakt dit alleen maar erger. Hoe is het dan toch mogelijk dat alle gelovigen in de noodzaak van een hiërarchie blijven vastklampen aan dit paternalistische beeld? Dat is een vraag die iedereen voor zichzelf mag beantwoorden. En hoe komen we hiervan af? Door te stoppen met elkaar betuttelende beelden aan te praten en terug te gaan naar de tekentafel om de organisatie opnieuw uit te tekenen. Een simpele formule gebaseerd op een radicaal andere gedachte. De gedachte dat we niet minder maar juist meer management nodig hebben. Dan ontstaat een organisatie waar iedereen zichzelf stuurt en begeleidt.