Veranderverhalen beweren van alles zonder bewijs

Verhalen over veranderen tieren welig zonder dat er perk en paal wordt gesteld. Het oude vertrouwde verhaal wordt steeds weer in een nieuw jasje gestoken, waardoor het overpennen van wat bekend staat als managementliteratuur steeds andere verschijningen krijgt. Een ieder kan van alles stellen en beweren, waardoor het gedachtegoed onbeheerst uitdijt en vanzelf uit de kluiten groeit. Gevolg is dat veranderverhalen bijeengevoegd als samenstel door de mand vallen. Het blijkt dan om een denkwijze te gaan waar maar weinig van klopt. Dat komt doordat een ieder van alles stelt op een deel, zonder relaties te leggen met het geheel. Het is stellen om vooral een positie te verwerven. Het verandergeloof is daarom overwegend expert-based in plaats van evidence-based. Zij met de meeste status in het vakgebied vertellen hoe het zit. Dat is geen veranderkunde, maar vertelkunde.

Eenmaal als goeroe op het voetstuk gehesen kan de leermeester van alles beweren. Deze beweringen getuigen van nattevingerwerk. Beweren hoe het zit is namelijk heel iets anders dan bewijzen. Er is namelijk een groot verschil tussen wetenschap bedrijven en verhalen vertellen.[i] Veranderverhalen zijn niet eens echte verhalen, maar gefictionaliseerde analyses om indruk te maken en invloed uit te oefenen. Het zijn verhalen die meer gebaseerd zijn op overtuigingen en aannamen dan op aangetoonde werking. Ze hebben hun herkomst uit de veranderfolklore en herhalen een uitgekauwde redenatietrant. In essentie gaan ze allemaal ervan uit dat (be)denken voor het doen komt, dat modellen de werkelijkheid zijn, dat een organisatie levensecht bestaat, dat veranderen door praten anderen in beweging brengt en dat verandering voor en niet door plaatsvindt. De meeste verhalen ontstijgen hierdoor niet het niveau van een leuk verzonnen verandersprookje. Daarmee kan het gros verbannen worden naar het rijk der fabelen.

Tot nu toe gebeurt dit verbannen nauwelijks en zit het verandergeloof rotsvast in haar zadel. Veranderverhalen worden klakkeloos voor waar worden aangenomen en menige verteller kan de verleiding niet weerstaan om te blijven vasthouden aan bestaande leerstellingen en geloofsovertuigingen. Dat gebeurt om gelovigen, puur uit praktische overwegingen en persoonlijke belangen, erbij te houden en niet voor het hoofd te stoten. Hierdoor wordt steeds meer van hetzelfde bevestigd, wat ervoor zorgt dat de sociale bewijslast dat veranderen zo moet overweldigend blijft. Het is de wet van de beperkende en remmende massa.

Aan de ander kant vormt wat mensen geloven dat wat ze doen en daarmee kunnen bereiken.[ii] Als dat niet is wat beoogd wordt, dan is het halsstarrig blijven geloven een vorm van obsessief vastklampen aan dat wat geen houvast biedt. Het is grijpen naar denkbeeldige strohalmen met desastreuze gevolgen. Het vasthouden is namelijk de voornaamste reden waarom zoals we veranderen niet verandert. Vooringenomen overtuigingen staan altijd in de weg van vernieuwend inzicht. Zaak dus om die los te laten en met het verleden af te rekenen. Een verleden waarbij met theorie de praktijk wordt gevormd, en daarmee ook wordt misvormd. Zeker als die theorie niet werkt, bijwerkingen heeft of averechts werkt. Tijd dus om de theorie weer uit de praktijk te halen en vergeet niet: ‘wat men oogst is eerst zelf gezaaid.’ Dat geldt zeker ook voor falend veranderen.

[i] Pink, D.H. (2009), Drive. The surprising truth about what motivates us, Canongate

[ii] Dweck, C.S. (2006), Mindset: The New Psychology of Success, Random House