Veranderingen falen doordat ze planmatig worden aangevlogen

Met stip op ‘1’ staat de centrale pijler van het conventionele gedachtegoed. Niemand weet namelijk welke veranderingen te plannen zijn en welke niet. Er bestaan geen eenduidige criteria om dit vast te stellen. De volgende, veel gebruikte stelling lost dit niet op: veranderingen zijn te plannen wanneer er invloed op uitgeoefend kan worden.[i] Aangezien planmatige veranderingen vaker falen dan slagen, is deze invloed feitelijk uiterst beperkt of ineffectief. Zonder begrenzende normen over wanneer invloed kan worden uitgeoefend, is deze stelling dan ook een slag in de lucht en snijdt ze geen veranderhout. Helemaal ten hemel schreiend is de insteek dat veranderingen te plannen zijn als de gevestigde orde invloed wil uitoefenen.[ii] Dat zet de deur wagenwijd open voor ieders eigen interpretatie, beredeneerde willekeur en persoonlijke voorkeur. Niemand kan dus vooraf beoordelen of het gedachtegoed wel of niet van toepassing is. Voor het planmatig veranderen is het daarmee compleet nutteloos.

Vervolgens de praktijk. Iedereen weet uit ervaring dat van plannen nooit iets terecht komt. Voordat de inkt droog is en een plan de praktijk raakt, blijft er al weinig meer van over. Planners gaan namelijk uit van een kenbare toekomst over gebaande paden. Ze nemen aan dat ze de antwoorden op voorhand kunnen bedenken. Echter, antwoorden verzinnen op vragen die zich gaandeweg pas aan de orde stellen, is per definitie het verleden herhalen. Dat is niet veranderen, maar reconstrueren en reproduceren. Het is bouwkunde, geen veranderkunde. Als die antwoorden dan achteraf blijken te kloppen, is het puur toeval. Het is nu eenmaal onmogelijk om wat onbekend of onvoorspelbaar is vooraf met zekerheid te weten. Dat geldt zeker voor veranderingen in het denken en doen. Die veranderingen komen echt niet van de tekentafel afrollen. Ze volgen ook niet braaf een stappenplan via mijlpalen. Het planmatig aanvliegen van dat wat zich werkendeweg moet vormen is als met een zelfgetekende kaart het onontgonnen gebied betreden, en al kaartlezende uitgaan van irrelevante en verkeerde antwoorden zonder op te letten waar men loopt. Drie keer raden wat er dan gebeurt.

[i] Caluwé, L. de & Vermaak, H. (1999), Leren Veranderen. Een handboek voor de veranderkundige, Kluwer

[ii] Caluwé, L. de & Vermaak, H. (1999), Leren Veranderen. Een handboek voor de veranderkundige, Kluwer