Beelden roepen gedachten op die het gedrag sturen. Een beeld kan dus onbedoeld een averechts effect hebben. Dat geldt zeker voor de reizende organisatie van A naar Beter. De reis wordt meestal voorgesteld als het trekken aan de veranderkar. Aangenomen wordt dat 20% trekt, 60% zit en 20% remt; een aanname die alleen gebaseerd is op de wijze waarop veranderen wordt georganiseerd. Een klein deel wordt dus tijdelijk voor het veranderkarretje gespannen om enthousiast en vol overgave het zware werk te doen en de klus te klaren. De trekkers van de kar zijn dan lekker zwoegend bezig totdat ze er vanzelf bij neervallen. Want als het merendeel genoegzaam in de kar mag toekijken en uit zijn neus gaat zitten eten, dan is het een last die de arme trekkers zelden kunnen dragen. Het is dan ook de vraag of genoegzaamheid een oorzaak is van falend veranderen of dat het eerder een gevolg is van de wijze waarop veranderen wordt voorgesteld; het wordt in ieder geval opgeroepen.
Stop mensen denkbeeldig in een kar en wat gaan ze doen? Precies, vervelend doen, uit de kar springen en eraan hangen. De zware last wordt niet eens zozeer veroorzaakt door de rustende meelifters die gelaten de reis uitzitten, maar voornamelijk door de groep saboterende remmers die aan de kar hangen. Heel stuitend is dat ze met deze beeldspraak zelfs toestemming hebben om een verandering te dwarsbomen. Er wordt immers al vanuit gegaan. Een uitermate comfortabele gedachte voor hen die een belang hebben bij het in stand houden van de huidige situatie. Door deze tegenwerking is het geen wonder dat de trekkers al snel doodvermoeid neervallen of al eerder eieren voor hun geld kiezen. Verandering zo voorstellen is dus schieten in de eigen voet. Het beeld roept compleet ongewenst gedrag op, waardoor veranderen vanzelf een spreekwoordelijk trekken aan het dode paard wordt. Het is wel een paard dat zelf gecreëerd is. Wees dus bewust wat voor gedrag met beelden wordt opgeroepen en welke averechtse uitwerkingen ze kunnen hebben.