De Reis van de Hommel door het Veranderland

‘Wat is het verschil tussen een struisvogel en een hommel?

Wel, beide behoren niet te vliegen,

alleen de hommel houdt zich er niet aan.’

Nee, dit is geen flauwe grap, maar de hommelmythe. De hommel zou volgens de bekende aerodynamische principes niet kunnen vliegen, doordat zijn vleugels te klein zijn voor zijn gewicht. Gelukkig is hij eigenwijs en tart hij wat we collectief denken te weten. Hij dartelt nietsvermoedend rond en bestuift naar hartenlust. Totdat hij op het veranderlandschap stuit.

De nieuwsgierige hommel vliegt het veranderlandschap binnen en kijkt vol verbazing naar de chaos die hij daar aantreft. Ondanks het decor van orde en zekerheid woekeren wanorde en wanhoop er weelderig. Hij vraagt zich af wat dit betekent voor het succesvol kunnen organiseren en veranderen. Hij speurt de omgeving af naar aanwijzingen. Dan valt zijn oog op een pad het bekende veranderlandschap in. Hij besluit het te volgen en op onderzoek uit te gaan.

Het pad leidt onverwacht naar de Muur van Onbegrip. De hommel vliegt er met een klap tegenaan. Onthutst stuitert hij terug, geveld door de hommelmythe die zijn vermogen om te vliegen miskend. Zijn gave past niet in het gangbare model van denken omdat er nog geen verklaring bestaat voor zijn vliegkunst. Beduusd staart hij naar de muur en probeert hij te begrijpen waarom de werkelijkheid het onderspit delft.

De hommel besluit om mee te gaan op ontdekkingsreis. Hij zoekt hét antwoord op de vraag waarom zijn gave wordt miskend. Om het verandergeloof beter te doorzien zet hij de bril van het huidige kijken op. Onder de arm neemt hij de veranderbijbel mee met de vertrouwde geschriften over hoe hedendaags te organiseren en te veranderen. De gedachte van een probleem werpt hij weg, want die gedachte is zelf een probleem. In goede traditie met alle grote doorbraken stelt hij zichzelf namelijk een hamvraag. Daarna vult hij zijn rugzak met sleutelwoorden en bereidt hij zich mentaal voor op dat wat komen gaat. Ook checkt hij de vliegcondities, want vliegen onder barre omstandigheden kan dodelijk zijn.

Dan komt de hommel iets eigenaardigs aan de weet. De wijze waarop gebeurtenissen in een verhaalvorm zijn gegoten, bepalen de geloofwaardigheid van zowel het verhaal als de verteller. Stomverbaasd valt zijn mond open. In de juiste vorm gaan verhalen vanzelf een eigen leven leiden. Ze vallen bij het grote publiek in de smaak, zolang ze maar een gevoelige snaar raken. De inhoud doet er eigenlijk heel weinig toe.

De hommel staat klaar om door het bekende veranderlandschap te gaan reizen. Bij de wegwijzer kijkt hij peinzend naar de richtingen die hij kan inslaan. Het vertrekpunt in de veranderverhalen wordt hem duidelijk. Nieuwsgierig kijkt hij in de richting van het onbereikbare veranderparadijs. Op die weg kwam hij eerder de muur van onbegrip tegen. Daarom kiest hij nu voor het geplaveide pad naar het Oerwoud van Hetzelfde. Hij wil eerst wel eens weten hoe er over veranderen wordt gedacht.

Op de kaart van het veranderlandschap bestudeert de hommel de indeling in genres. Hij komt er al snel achter dat de kaart niet een waarheidsgetrouwe weergave is van de feitelijke werkelijkheid. Hele delen staan er niet op en de ogenschijnlijke orde komt bedenkelijk over. Peinzend kijkt hij naar het onontgonnen gebied, dat in het echt veel groter is dan op de kaart staat aangegeven. De eenzijdigheid van de kaart baart hem zorgen. Ook de afwijkingen zitten hem niet lekker. Hij vraagt zich af waarom de kaart er zo uitziet.

De hommel probeert achter het veranderplot te komen. Door de trukendoos van Pandora open te maken, ontdekt hij dat het plot keer op keer de wending heeft van de veranderaar die met een instrument te voorschijn springt. De hommel schrikt zich rot. Eenmaal weer bijgekomen probeert de veranderaar hem te overtuigen dat zijn instrument iedere organisatie kan (om)vormen. Dat gelooft de hommel niet want veranderen vraagt volgens hem eveneens de juiste actoren en factoren. Wat uiteindelijk de doorslag geeft, wordt hem niet duidelijk.

De hommel vervolgt zijn ontdekkingsreis. Hij komt erachter dat veranderverhalen uitgaan van vaste personages. Hoofdrollen zijn weggelegd voor Organisatie, Instrument, Manager en Leider. Maar ook de veranderkundige speelt diverse rollen. Zo is hij de bedenker en de vertolker van het verhaal, maker en gebruiker van het Instrument, en ook de souffleur van de Manager en de Leider. Daarnaast is hij de vormgever van de Organisatie. Het valt de hommel op dat Medewerkers slechts het decor vullen als figuranten en geen enkele rol van betekenis spelen. Hij begrijpt hier niets van.

Aan de tekentafel treft de hommel de veranderpersonages bij elkaar aan. Ze proberen om het nieuwe te bedenken alvorens het anderen te laten doen. Al puzzelend worden eigen ideeën op tafel gelegd om ze in het grotere geheel in te passen. Het veranderinstrument probeert met kracht dat wat niet past passend te krijgen. Het puzzelstuk van de visionaire leider is smaakmakend en doorslaggevend. Aangezien het geheel altijd complex en te groot is, worden er alvast hapklare stukjes aan de medewerkers gegeven. Vertwijfelt kijken zij elkaar aan.

Na het uitpuzzelen komt de hommel in een storm van onderwerpen terecht. Onder oorverdovend lawaai vliegen ze hem om de oren. De enorme hoeveelheid doet veel stof opwaaien en geeft hem meer dan voldoende stof tot nadenken. Tegelijkertijd ontneemt het stof hem het zicht op enige samenhang. Vastberaden baant hij zich een weg door de rondvliegende begrippen. Het kost hem alle moeite om zich staande te houden en niet omver te worden geblazen. Het lijkt wel of de begrippenstorm hem met opzet in het stof wil laten bijten.

Eenmaal bijgekomen van de storm aan onderwerpen komt de hommel aan op het verkoopplein. De veranderaars prijzen hier de volgens hun bewezen werking van hun bedenksels aan. Onder daverend applaus wordt net het nieuwste instrument getoond als de ultieme oplossing. Vanzelfsprekend is dat wat verkocht wordt als waar en werkend alleen bedoeld voor het management. Daarom worden de medewerkers resoluut weggestuurd. Gedwee geven ze hier gehoor aan. Peinzend bekijkt de hommel dit schouwspel en vraagt zich af waar het allemaal goed voor is.

De hommel staat stil bij wat hij langs heeft zien komen. Hij doorziet dat veranderverhalen uitgaan van hetzelfde gedachtegoed. In een cirkel wordt dit bekende gedachten pad steeds weer belopen, waardoor het dieper ingesleten raakt. Wat hem vooral opvalt, is dat niemand het in een cirkel rondgaan schijnt te deren. Sterker nog, alle spelers van de gevestigde orde blijven genoegzaam hetzelfde veranderspel met elkaar spelen. Geen wonder dat veranderen niet van de grond komt. Hij vraagt zich af hoe dit ritueel te doorbreken is.

Kijkend met de bril van het verandergeloof zal het succesvol veranderen niet verbeteren, realiseert de hommel zich. Om te ontsnappen aan de gewoonte om blindelings de gebaande gedachtepaden te volgen, ziet hij maar één uitweg. Hij moet door het gat in de Muur van Onbegrip stappen en wel door te stoppen met handelwijzen die alleen maar meer van hetzelfde opleveren. Bij de muur aangekomen, werpt hij de bril van het huidige kijken weg, want hij wil het onbegrepen gebied onbevooroordeeld en met eigen ogen kunnen aanschouwen. Vol verwachting kruipt hij door het gat. De gevestigde orde kijkt geïrriteerd toe. Zij verklaren hem voor gek.