Besturen is politiek, politiek is theater en theater maken is aandacht trekken. Wie dit het beste doet wint het spel, zoals wegkomen met openlijk onzin uitkramen in zelfverzonnen woorden. Of zonder te verblikken of verblozen bedachte drogredenen als geloofwaardig excuus geaccepteerd krijgen. En wat denken we van krachtig bluffen door waanbeelden voor te stellen als feiten. Of onaantastbaar verschuilen achter de ander moet de eerste stap doen of laten we het nog door een onafhankelijke laten onderzoeken. Dus, hoezo incompetent. Een topbestuurder is een meester in het dwarsliggen, vertragen, onrust stoken, verwarring stichten, afleiden, verbloemen, vernevelen, suggereren, ontkennen en negeren. Succes verzekert met het stellen van een nog onbeantwoorde vraag of dat verschillen onoverbrugbaar zijn. Niet slim maar sluw met als enig doel het overleven in het mijnenveld. Want aandacht trekken is gevaar lopen om op de korrel te worden genomen. De vraag is wat dit allemaal oplevert anders dan amusementswaarde? Er is uiteraard ook een keerzijde. De wil om fundamentele verandering voor elkaar te krijgen. Veranderen vraagt macht over jezelf, macht vraagt autoriteit, autoriteit vraagt expertise. Niet status verkregen door positie, maar gezag door te doen wat gedaan moet worden. Besturen is het stuur in handen nemen, niet vanaf de achterbank opmerkingen geven. Verschillen die onoverbrugbaar zijn bestaan niet. Wel mensen die verschillen niet willen overbruggen of accepteren.