Management

Aan welke tafel zitten we?

In een neergaande conjunctuur moet de broekriem aan. Openheid in organisaties raakt versluiert in de optrekkende mist van informatiepolitiek. De deuren van managementvergaderingen sluiten. Formele informatie wordt gekunsteld en eenzijdig …

Click for more

Nieuw spelenderwijs organiseren

Ooit verwonderd over de manier waarop we hedendaags organiseren? Ik wel! Want het opdelen in afdelingen heeft veel weg van de georganiseerde verwijdering, met gebrekkig samenwerken tot gevolg. De machtsongelijkheid …

Click for more

Manager als Top Coach

De Olympische Spelen zijn in volle gang. Miljoenen zitten aan de buis gekluisterd. Wat mij opvalt en aanspreekt is de innige relatie tussen topsporter en coach. Een relatie die de …

Click for more

Bedrijfsmodellering

De Uitdaging Iedereen heeft een eigen kijk op hoe de organisatie werkt en moet werken. Van alles wordt voortdurend anders bedacht, beschreven en gedaan. De organisatie bestaat zo uit vele …

Click for more

Hoe vaak is onwil onzin?

Managers willen en medewerkers willen niet. Een veronderstelling die doorklinkt in hoe krijgen we ze zover. Vandaar de voorliefde van clichés als wrijving geeft glans en onder druk wordt alles vloeibaar. Maar klopt de gepercipieerde onwil wel of is er heel iets anders aan de hand? Het laatste, zo blijkt als je luistert en ernaar vraagt. Geregeld zijn er hele andere gedachten die door het hoofd flitsen, zoals niet begrijpen en koud water vrees. De volgende citaten dan letterlijk te horen:

Dubbelzinnigheid: ‘Moet ik nu iets doen, terwijl het management er voor hoort te zorgen?’
Hoe vaak komt het voor dat boodschappen voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn? Dan weet niemand precies wat de verwachting is. Neem het paradoxaal communiceren. Dat is roepen doe eens spontaan, neem initiatief en wees hier verantwoordelijk voor. Wie hier gehoor aan geeft handelt in strijd met de opdracht.

Ambivalentie: ‘Moet ik dit nu op de oude of op de nieuwe manier doen?’
Iemand aan het (verander)werk zetten is tegelijkertijd degene van het reguliere werk houden. Waar moet die persoon dan voor kiezen? Moeite met kiezen is er ook bij inconsistent aansturen. De ene keer zus en de andere keer zo creëert vanzelf ambivalentie.

Desinteresse: ‘Boeien, ik vind hier niets aan!’
Het stokpaardje waar iemand idolaat van is hoeft niet hetzelfde enthousiasme bij anderen op te roepen. Vooral als de zevende manager in twee jaar langs komt om van alles weer op de schop te gooien en naar eigen hand te zetten. Een reflex waar menig manager een handje van heeft bij aanvang in een nieuwe functie.

Onbegrip: ‘Waar gaat dit eigenlijk over?’
Miscommunicatie is vaker aan de orde dan erkend wordt. Belevingswerelden lopen uiteen en abstract taalgebruik werkt onbegrip in de hand. Groot, veraf en globaal valt niet te bevatten. Zeker als er nauwelijks moeite wordt gedaan om iemand in de eigen gedachtewereld mee te nemen.

Onduidelijkheid: ‘Wat wordt nu precies van mij gevraagd?’
Geregeld is het niet duidelijk wat iemand nu geacht wordt te gaan doen. Dit komt van hoog tot laag voor. Zo ook toen een directeur zijn schaapachtig aanstarende 2de echelon boos toesprak met: ‘Ik ben duidelijk geweest, ga het nu uitvoeren.’ Verbouwereerd en radeloos liep de groep de boardroom uit.

Onkunde: ‘Ik heb geen idee hoe dit aan te pakken.’
Veranderen en het oplossen van pittige problemen roept wel eens het gevoel van onvermogen op. Niet iedereen heeft een pasklaar antwoord op onbekende vragen of een idee waar te beginnen. Angst om brokken te maken speelt hierin ook mee.

Ongeloof: ‘Ik kan hier toch niets aan doen.’
Hoe groter de organisatie en uitdaging, des te meer ongeloof in de eigen bijdrage. Bij groot en complex overvalt elke welwillende het gevoel van machteloosheid. Het gevolg is ongeloof in een betekenisvolle bijdrage.

Leg het oor te luister en hoor wat mensen hardop denken. Dan blijkt dat er veel minder sprake is van onwil dan wordt aangenomen. Plak zodoende niet overal het label weerstand op. Om gepercipieerde onwil te minimaliseren communiceer ondubbelzinnig, consistent, eenduidig, begrijpelijk en geloofwaardig binnen datgene wat iemand interessant vindt en denkt aan te kunnen. Maak er ook een gewoonte van om terug te geven wat je hebt gehoord en anderen te vragen naar wat in hun omgaat. Bovenal, plak niet overal weerstand op. De kans is groot dat gebruik aan initiatief niets met onwil te maken heeft.

Kolossale Weeffouten en Gigantische Vergissingen – 2 –

Het organiseren van de dubbele moraal

In deel 1 van deze serie is uiteengezet hoe we op onbegrijpelijke wijze onvolwassen organiseren volgens de ouder-kind relatie. Een relatie die onverantwoord gedrag in de hand werkt waar steen en been over wordt geklaagd. En dat terwijl de oplossing zo voor het grijpen ligt. Gewoon iedere volwassene verantwoordelijk voor eigen daden. De volgende weeffout gaat over het organiseren van de dubbele moraal.

Meten met twee maten

De dubbele moraal is het meten met twee maten. In vergelijkbare situaties worden de handelingen van twee mensen anders beoordeeld. Dus wat voor management geldt, geldt niet voor medewerkers. Waar moeten we dan aan denken? Volgens managementgoeroes is managen het informeren, involveren, ingrijpen, inspireren, initiëren en instrueren van ondergeschikten. Maar wat is hier zo bijzonder aan? Helemaal niets. Alleen wordt het speciaal gemaakt, door deze zogenaamde expertise exclusief aan managers toe te dichten.

De exceptionele gave van managers is dagelijkse kost voor een ieder. Loop de poort uit en iedereen managet het eigen leven. Niemand kan dan weglopen van budgetbewaking van het huishoudpotje, beslissingen nemen, plannen voor de toekomst, coördineren van de onderlinge omgang, opdrachten geven, adequaat communiceren, naasten aanmoedigen en gedrag verantwoorden. Managen is dan ook geen vak, maar een set vaardigheden. In organisaties gekoppeld aan macht. Geef iemand macht en de leiderschapsvaardigheden nemen sterk toe. Neem die macht weg en de vaardigheid slinkt zienderogen.

Eenzijdigheid

Een kolossale weeffout in het dominante organisatiegedachtegoed is de stellige overtuiging dat het uitsluitend bestemd is voor het management. Het heet niet voor niets managementliteratuur. Zo zijn er rivieren gekleurde inkt gevloeid over hoe managers dienen te organiseren en veranderen. Maar waar zijn de verhalen over hoe medewerkers het beste kunnen involveren, initiëren en interveniëren? Medewerkerliteratuur bestaat niet. Een lacune die de ongelijke behandeling bevestigt. Hoe medewerkers hun werk moeten organiseren en veranderen blijft zo in het ongewisse. Geloven dat managers dit continu wel vertellen, verondersteld dat het heel simpel is uit te leggen. Ook dat is een bevestiging dat managen geen rocket science is. Of moeten medewerkers dan maar managementliteratuur lezen en doen alsof ze managers zijn?

Paradoxaal

‘Doe wat managers doen, maar doe niet net alsof je een manager bent’, is een toonbeeld van de paradoxale communicatie richting medewerkers. Het hoort bij: ‘Toon initiatief, terwijl management leiderschap behoort te tonen.’ En bij: ‘Neem verantwoordelijkheid, echter de baas bepaalt en legt verantwoording af.’ Of de variant hierop: ‘Je bent verantwoordelijk, maar hebt geen macht en geen bevoegdheid.’ Want dat heeft het management. Of wat te denken van: ‘Je mag meepraten, maar hebt geen stem.’ En: ‘Managers zorgen voor verandering, terwijl de medewerkers het doen.’ Hier valt geen chocola van te maken. Ga eens in de schoenen van de medewerker staan en ervaar de vele tegenstrijdige boodschappen. Het opent de ogen.

Iedereen manager

Hoe maken we een einde aan de dubbele moraal? Door iedereen te laten toetreden tot het exclusieve domein van het management. Niet minder managers, maar juist iedereen aan het managen. Gewoon een kwestie van zo afspreken. Want als mensen hun eigen leven kunnen managen, waarom zouden ze dan niet hun werk kunnen managen? In principe doen de meeste dit toch al, alleen zonder de vereiste condities. Dus naast verantwoordelijk voor eigen gedrag ook het stuur in eigen handen. Dat begint met te erkennen dat iedere volwassene baas is in eigen hoofd en manager is van eigen gedrag. Het is niet het einde van management, maar een glorieus nieuw begin.

En waar treffen we dit principe in het hedendaagse organiseren aan? Overal waar sprake is van zelfsturing en zelforganisatie. Bijvoorbeeld in de teams waar geen hiërarchie bestaat, zoals in open source ontwikkelingen en in vele projecten. Op basis van situatie, vraagstuk en expertise staat vanzelf de meest geschikte op die de weg wijst. Niet positie, maar de optimale fit van uitdaging met persoonlijke kennis, kunde en karakter is maatgevend.

Zo stapelen de weeffouten en vergissingen zich langzaam op. Binnenkort het organiseren van de scheiding in (be)denkers en doeners. Wat dat allemaal teweeg brengt kan het verstand niet bij.