6 trefzekere manieren om verandering om zeep te helpen

Veranderingen mislukken grotendeels, of zo moeten we steeds maar blijven geloven. Waarom ze niet brengen wat is beoogd blijft in het ongewisse. En dat is opmerkelijk. Want iedereen heeft hier ervaring mee en kent de vele manieren om een verandering dwars te zitten. Velen weten drommels goed uit ervaring waar de schoen wringt. Kijk maar eens naar de volgende beproefde manieren om het veranderen vakkundig te torpederen.

Manier 1: Veranderen doodlullen

Veranderen is mensen betrekken, meningen polsen, werkgroepen bijeen brengen en zaken laten uitwerken. Allemaal onder het mom van verbinden en goed voor het draagvlak. Maar wat gebeurt er zonder duidelijke kaders en veranderdiscipline? Dan is de kans groot dat betrokkenen oeverloos het eigen gelijk blijven uitwisselen en vastklampen aan bestaande werk- en zienswijzen. Of dat men bij elke bijeenkomst de vooruitgang en standpunten van de vorige keer opnieuw ter discussie stelt. Zo kwam het dat een mateloos gefrustreerde na wederom 1,5 uur gekrakeel fulmineerde; ‘Ja zeg, zijn we deze verandering nou echt aan het doodlullen?’

Manier 2: Ontbrekend verandervermogen negeren

Gebrek aan veranderdiscipline brengt ons bij de volgende beproefde manier om een verandering voor aanvang te doen stranden. Dat is het opstarten van een verandering in een organisatie waar de mensen niet weten wat hun veranderrol is. Dan ontbreken de benodigde veranderkennis en veranderkunde. De deelnemers weten niet wat van hen wordt verwacht. Ze doen of niets of contraproductieve dingen, zoals het nieuwe steeds loslaten en het bestaande blijven omarmen. En komt dit vaak voor? Ja, zo bleek tijdens de vele sessies van De Transitie Academie. Tijdens de bijeenkomsten werden honderden mensen geconfronteerd met hun beeld van de eigen en andermans veranderrol. Dat kwam meestal niet verder dan meepraten en management moet ervoor zorgen dat het gaat werken.

Manier 3: Wat al lerende ontstaat door externen laten doen

Een nieuwe werkelijkheid werkend krijgen kan alleen in en door de praktijk. Dat staat haaks op verandering uit handen geven aan externen om conceptueel het verandervarkentje aan de tekentafel te wassen. Zo ondernemen de reisgenoten niet de reis langs nieuwe gedachtegangen met alle afwegingen en keuzes. Om het ontwikkelde gedachtegoed (tussen de oren) levend te krijgen is dat wel een vereiste. Vandaar dat de thuisblijvers gewoon dunnetjes de mind trip opnieuw en anders doormaken. Overigens doen ze meestal niets en wachten af.

Manier 4: Veronderstellen dat veranderen presenteren is

De overtuiging dat gedachtegoed in isolatie kan worden ontworpen gaat hand in hand met de volkomen irreële verwachting dat met een presentatie de verandering werkelijkheid is. Dit veronderstelt dat de ontvangende toehoorders na een keertje doorlezen en aanhoren precies weten wat ze nu anders moeten doen. Los van de abstractie in veranderverhalen en de noodzaak om concepten concreet handen en voeten te geven, wordt niemand specifiek aangesproken. Zo geschiedde het ook bij een publieke organisatie. Na de presentatie van de nieuwe manier van werken pakte niemand iets op. Na 1,5 jaar ging het management de effecten evalueren. De voorspelbare conclusie was dat de verandering niets had opgeleverd.

Manier 5: Te weinig (in)spanning treft geen doel

Veranderen wordt gezien als een tijdelijke en irritante verstoring van het echte dagelijkse werk. Het komt bovenop de altijd overvolle agenda. Daarom moet het veranderen snel afgelopen zijn. Vandaar de voorkeur voor de geplande route in zeven stappen om snel thuis te zijn. En daarmee gooien we het veranderkind met het badwater weg. Want veranderen is het met elkaar werkendeweg nieuwe gewoonten aanleren. Steek daar kort door de bocht onvoldoende energie in en het doel wordt niet geraakt. Het is als de pijl die de roos niet haalt, doordat de (spannings)boog onvoldoende is gespannen. Zodoende ploft de pijl ruim voor het doel in de grond. Doelen stellen is dan ook heel iets anders dan doelen raken.

Manier 6: Herstructureren zien als de oplossing

Management is behoorlijk verknocht aan de organisatie herstructureren. In vele veranderingen wordt hier naar gegrepen om de boel weer lekker op te schudden. Management doet dit in het heilige geloof dat met meer leiding en direct sturen het probleem van verkokerd gedrag valt op te lossen. Het gebeurt in de hoop dat mensen zich dan plotsklaps resultaatgerichter, klantvriendelijker of behulpzamer gaan opstellen. Maar dat is een ijdele hoop. Herstructureren levert nooit ander gedrag op. Het verplaatsen van schotten zet de gedragsbeperkende muren alleen enkele meters verderop in het organogram. Het omhangen van functieborden en het verschuiven van afdelingsmuren is zelden het antwoord op een verandervraagstuk.